De Vuurtorentrail (60 km) in maart, de Lakeland Trails Ultra 55K in juli, de Trailrun Terschelling (50 km) in oktober, de Graef Castricumtrail (60 km) in november; ze werden allemaal geannuleerd. Ondertussen was het december en had ik dit jaar nog geen ‘ultra’ gelopen. Omdat ik per se dit jaar nog een 60-er wilde lopen, bleef er niets anders over dan op eigen gelegenheid te gaan. Dankzij een goede stok achter de deur - de Duivelse Uitdaging 444 km – was het afgelopen zaterdag zover.

Op een van de donkerste dagen van het jaar een afstand plannen waar je naar verwachting negen uur over doet, is een uitdaging. Helemaal als je zo veel mogelijk onverhard wilt lopen. Oh, en de andere trailer hier in huis had ook nog een aantal wensen: liefst rondjes zodat de auto als verzorgingspost kon dienen én vlak bij huis zodat we met onze stramme benen niet nog uren in de auto hoefden te zitten. Hoewel ik niets tegen rondjes heb, leek het me ook wel wat om van A naar B te gaan. Maar ja, dat werd wel een heel georganiseer. Uiteindelijk viel de keus op Loenen en hadden we daar drie rondes uitgezet, waarbij iedere ronde net iets korter was dan de vorige en minder hoogtemeters telde. Na drie rondes zou de teller dan op 66 kilometer staan. De langste afstand van de Duivelse Uitdaging 444 km.

Duivelse UitdagingIn goed gezelschap

Met een achterbak vol kleding, extra schoenen, eten en drinken reden we naar Loenen. Koers 1 laden in mijn horloge en gaan! ’s Nachts had ik goed geslapen en echt nerveus was ik niet. Tot ik uiteindelijk begon te lopen. Gelukkig kon ik dat snel achter me laten en tikten de kilometers weg. Het liep lekker en ik had de mazzel dat ik de eerste ronde gezelschap had. Niet op gerekend, maar het breekt wel lekker de ultra. Na de pitstop bij de auto, tweede koers laden en weer op weg. Rond een kilometer of 25 kwam het op mezelf aan en scheidden de wegen van mijn trailende man en mijzelf. Hij liep rustig zijn eigen tempo verder en ik pakte mijn ritme. De natuur was minder mooi dan een aantal weken geleden toen we in Loenen liepen. De verschillende kleuren bladeren zijn verdwenen en er werd flink gewerkt in het bos waardoor ik regelmatig over bandensporen of omgewoelde grond moest lopen.

Gooit de knie roet in het eten?

Toen ik op ongeveer 32 kilometer zat, voelde ik een pijntje opkomen in mijn knie. Oh nee! De vorige keer dat ik dit kreeg, in oktober, betekende dat einde Freedom Trail. Het zou toch niet zo zijn dat ik nu ook moest opgeven? Ik begon te balen en tegelijkertijd mezelf beloftes te maken. Als de pijn niet doorzette, zou ik vanaf nu netjes weer mijn oefeningen doen (want de knieklachten komen vanuit de heup, waarvoor ik onder behandeling van de fysio was) én echt serieuzer krachttraining doen om mijn core te verbeteren. Deze ronde zou ik uitrennen en dan in de laatste lus zou het allemaal niet meer uitmaken en zou ik het wel overleven. Podcast op en gaan. Maar, dat mocht pas na de tweede ronde. De pijn in mijn knie zette niet door en vol vertrouwen begon ik aan de derde ronde die ik na een kilometer moest onderbreken, vanwege pijn in mijn knie.

Mentaal zat het helemaal goed

Zou ik teruggaan naar de auto? De rest wandelen? Toch proberen te gaan rennen? Zou rekken helpen? Na een kleine kilometer wandelen toch weer rennen en dat ging best goed. Zolang ik rende ging het prima, stond ik stil dan duurde het eindeloos om weer op te starten. Ik baalde als een stekker. Mentaal zat het zo goed en ook de afstand kon ik aan. Bij eerdere lange afstanden ging ik op een gegeven moment altijd smoesjes bedenken om te wandelen of lukte het me niet om te blijven hardlopen. Nu ging het op die vervelende knie na helemaal niet verkeerd. Waar ik wel van baalde is dat ik door die knie niet optimaal kon lopen en goed kon testen of al mijn trainingen resultaat hebben gehad. Maar hé, dat is ook de charme van de ultra… Over zo’n lange afstand weet je nooit wat je tegen gaat komen.

Signalen negeren

Terugkijkend ben ik eigenlijk heel tevreden. Was het slim om met een pijnlijke knie te blijven lopen? Nee, dat was het niet. Ik heb de signalen van mijn lichaam genegeerd omdat ik zo graag deze afstand wilde lopen. De komende tijd zal uitwijzen wat de schade is. Nu, ruim drie dagen na de ultra, is de pijn nagenoeg weg. Ik kan mijn knie in alle standen weer goed bewegen. Voor vrijdag staat er een afspraak bij de fysio (die gelukkig kan doorgang ondanks de lockdown). Ondertussen ben ik de beloftes die ik mezelf heb gemaakt niet vergeten. Ik doe mijn oefeningen en pak krachttraining op zodra ik hersteld ben. Ik wil verder niets provoceren, niet meer dan ik al heb gedaan... Ondertussen blijf ik dagelijks yoga doen om soepel te blijven. En nu? Voor de Duivelse Uitdaging staat er nog een 50 kilometer open, die met potlood geschreven op 30 december in mijn agenda staat. Ga ik die koste wat kost lopen? Nee. Ik beleefde er zaterdag geen plezier aan dat mijn knie pijn deed. Zo wil ik niet nog een keer lopen. Los van het feit dat dit niet goed kan zijn voor je lijf. Ik hoop op een wonder, want eigenlijk wil ik de challenge wel afmaken.

En wat nu?

De lessen die ik zaterdag heb geleerd: ik ben mentaal sterk en goed in staat om de afstand in mijn hoofd zo in blokjes te verdelen dat het behapbaar is. Fysiek heb ik ook sprongen gemaakt, al zou je dat door de knie niet zeggen. Mijn uiteindelijke doel is om 100 kilometer te lopen, maar ik heb geen haast. Ik weet nog hoe ik heb afgezien vorig jaar tijdens de Vuurtorentrail (64 km) en hoe relatief makkelijk ik afgelopen zaterdag heb gelopen. Ik wil het stapje voor stapje opbouwen. Dan duurt het nog maar wat langer, maar ik beleef er geen lol aan om van 60 direct naar de 100 km te gaan. Ik wil controle hebben over een afstand en dan verder gaan. Ik denk dat ik nu het punt heb bereikt dat ik de 60 kilometer aan kan en nu verder kan naar de 87 kilometer, die ik volgend jaar tijdens de ISU hoop te lopen. En dan is het in 2022 wel tijd voor die honderd.

Op de hoogte blijven van mijn hardloopavonturen? Volg mij dan op Instagram of Strava.