De kogel is door de kerk. Ik loop op 2 oktober niet het Petranpad. De wens om een ultra van 100 kilometer of meer te lopen blijft voorlopig nog even op mijn bucketlist staan. Een bilblessure is de spelbreker en ik krijg dit niet snel genoeg onder controle om het nog verantwoord te vinden om over minder dan 8 weken te gaan starten.

20211008GameoverOpbouw tot 50%

Nu ik dit zo tik denk ik: Oh, ik heb nog ongeveer 8 weken, dat moet toch nog wel lukken? Zo gaat het nu al wekenlang in mijn hoofd. Eerst had ik mezelf 1 augustus als deadline gesteld. Als ik dan nog niet kon lopen, dan zou ik stoppen. Nou, dat lopen ging wel. Vraag niet hoe, maar het lukte en ik kon ook redelijk opbouwen. Afgelopen week zat ik op 50% van mijn trainingsomvang. Maar daarvoor zaten drie weken dat ik niet of nauwelijks heb gelopen. Van het traject van 4 maanden om mezelf klaar te stomen voor het Petranpad, heb ik nu al een kwart gemist.

Luisteren naar mijn lijf

Het is een voortdurende strijd in mijn hoofd. Het ene moment besluit ik om de ultra in de ijskast te zetten, het andere moment vind ik weer een reden om toch hoop te houden. En ondertussen tikken de dagen door. Afgelopen zondag heb ik dan toch de knoop definitief doorgehakt. Ik liep een rondje van 7 kilometer waarbij ik 800 meter rende en 200 meter wandelde. De laatste kilometers ging het steeds een stukje langzamer. Als het op zo’n korte afstand al zo snel langzamer gaat, dan betekent het dat ik er qua herstel nog niet ben. En dat was voor mij nog niet eens het belangrijkste. Ik realiseerde me dat hardlopen op deze manier niet hoeft voor mij. Pijn in je lijf tijdens een ‘eenvoudige’ training is een duidelijk signaal. Daar wil ik lang niet altijd naar luisteren, maar je hebt maar één lijf. En ik wil minimaal de komende twintig jaar nog heel veel gave trailavonturen beleven met mijn lijf.

Tijd om te herstellen

Een mentale uitdaging ga ik niet uit de weg. Voor het Petranpad was ik ook niet bang voor dat gedeelte. Het is het fysieke gedeelte dat mij nu nekt. En dat kan ik niet trainen. Ik kan alleen alles doen om mijn herstel te bevorderen. En daar hoort willens en weten kilometers met pijn blijven lopen niet bij. Het is zuur, maar aan de andere kant ‘hoort’ dit ook wel bij ultra’s willen lopen. Het is absoluut geen zekerheid dat je gaat starten. Je vraagt heel veel van je lijf, naast alle verplichtingen van werk, huishouden, eventueel kinderen, sociale verplichtingen etc. Daarin moet je een goede balans vinden, loop je vaak op of net over het randje en moet je af en toe even een stap terug doen. Om daarna weer een stukje wijzer en sterker terug te komen.

En wat nu?

En nu? Nu ga ik me als eerste richten op het zo goed mogelijk herstellen zodat ik over twee weken de Zugspitze op kan. In ieder geval wandelend, maar als het even kan ook rustig hardlopend. Geen extreme afstanden, maar gewoon vakantie vieren op de manier waarop Hans en ik dat het liefste doen: in de natuur, bergje op, bergje af, genieten van de omgeving. En daarna zien we wel verder. Ik heb al een plan B, C, D en E, maar eerst het plezier in het hardlopen weer terugvinden door pijnvrij te kunnen lopen. Vind ik het jammer dat ik het Petranpad niet kan lopen? Ja, want zo’n afstand kunnen lopen is toch wel ‘next level’, maar aan de andere kant weet ik ook dat er naast het Petranpad zo veel andere mooie uitdagingen liggen. Mijn ultra van > 100 kilometer komt er wel. Alleen niet op 2 oktober.

Op de hoogte blijven van mijn hardloopavonturen? Volg mij dan op Instagram of Strava.